De Amersfoorters zijn gevangenen die van ‘Kamp Amersfoort’ naar Haaren gebracht werden. In Amersfoort werden zij persoonlijk uitgezocht om samen met de SD (Sicherheitsdienst) ‘Polizei- und Untersuchungs Gefängnis Haaren’ draaiende te krijgen voor haar nieuwe ‘bewoners’. Op 15 november 1941 komen zij aan in vrachtwagens, via de Poort der Zuchten aan de Rijksweg. Direct na binnenkomst kregen ze een kamer en een taak toebedeeld, er waren schilders, timmerlui, electro-monteurs, auto-monteurs, koks, tuinlieden enz. De niet vakmensen werden ingedeeld in de schoonmaakploeg. De volgende nacht al kwamen de eerste ‘echte’ gevangenen van Kamp Haaren, de ‘Indische Gijzelaars’ uit Kamp Buchenwald.
Enkele dagen later arriveerden nog eens ca. 45 Amersfoorters extra.
Deze Amersfoortse gevangenen hadden zeer uiteenlopende achtergronden, het waren Communisten, leden en sympathisanten van de ARP, mannen die zich aan de arbeidsinzet hadden onttrokken en enkelen die in afwachting waren van het eerste ‘OD proces’. Zij bleven echter de gevangenen van het beruchte Kamp Amersfoort en konden dus ook teruggestuurd worden. Dit laatste probeerden ze zoveel mogelijk te voorkomen, want het leven in Haaren was stukken beter dan dat in Amersfoort!
Gijzelaar Boer schrijft hierover
De Amersfoorters toonden ons, dat ook de kampen in Holland niet voor de Duitse kampen hoeven onder te doen wat de be- en mishandeling betreft. In beklagenswaardige toestand waren zij uit Amersfoort vertrokken om in Haaren dienst te gaan doen als corveërs. ’t Was voor hen een verbetering van belang. Vanzelfsprekend deelden ze mee wanneer wij pakketten ontvingen en ze bloeiden dan ook zichtbaar op toen ze enige maanden in Haaren waren.
Evenals in Buchenwald waren er zware straffen gesteld als wij ons met hen onderhielden of omgekeerd, maar over het algemeen waren deze Amersfoorters handige jongens, die wel iets durfden te riskeren. Eén van hen, die de officieren aan tafel moest bedienen, zorgde er voor dat ons clubje, waar hij geregeld een praatje mee kwam maken, vrij regelmatig van bier werd voorzien. Ook in de keuken waren deze Amersfoorters werkzaam.
Flinke kerels waren het, die niet voor geringe gevallen door de Duitsers waren opgepakt. Het was alsof het onze eigen mensen betrof, zo greep het bericht ons aan, toen wij vernamen dat drie van hen op een kwade dag waren opgehaald om samen met 67 van hun kameraden uit Amersfoort te worden terechtgesteld. Er waren weer zeventig goede Nederlanders minder…….
De Amersfoorter Lou Koning, ex-koopvaardij-officier en tijdens de crisisjaren omgeschoold tot boekhouder, maakte het ‘Haarens-inschrijfboek’, naast de standaard kaartenbak, waarschijnlijk in opdracht van de kampcommandant, de SS’er. J. Wacker. De kaartenbak is nooit terug gevonden, maar dankzij het inschrijfboek weten we exact wie wanneer in Kamp Haaren gevangen zat.
Minstens zes Amersfoorters zijn uit het kamp ontsnapt, o.a. Wolters die begin 1942 wist te ontsnappen naar Amsterdam.
Tot het laatst toe hebben er in Haaren Amersfoorters gezeten. In de laatste episode van ‘Kamp Haaren’ waren er nog 21 over. Een kleine groep werd (in augustus 1944?) afgevoerd naar Enschede, de laatste dertien Amersfoorters werden op 17 september 1944 vrijgelaten.